De bruine en zwarte rat – en waarom ze een risico vormen
In Nederland komen vooral twee soorten ratten voor: de bruine rat (Rattus norvegicus) en de zwarte rat (Rattus rattus). Beide soorten veroorzaken overlast, maar hun gedrag en leefomgeving verschillen.
De bruine rat is de meest voorkomende. Hij leeft graag in vochtige omgevingen zoals sloten, riolen, kruipruimtes en stallen. Deze soort is een goede graver en maakt uitgebreide gangenstelsels. De bruine rat is actief bij schemering en 's nachts, en kan zich razendsnel voortplanten.
De zwarte rat is slanker, lichter en klimt veel beter. Hij komt vaker voor op zolders, in magazijnen en bovenverdiepingen. Deze soort is schuw, snel en lastiger te vangen dan de bruine rat. Omdat hij vaak hoog verblijft, wordt hij ook wel de huisklimrat genoemd.
Beide ratten kunnen ernstige gezondheidsrisico's veroorzaken. Zij verspreiden ziekteverwekkers via hun urine, ontlasting, speeksel of door bijten en krabben, maar ook indirect via vlooien, mijten of wormen die zij met zich meedragen.
Een van de belangrijkste ziekten die in Nederland voorkomt is leptospirose, ook wel de ziekte van Weil genoemd. Deze wordt overgedragen via met urine besmet water of voedsel en kan leiden tot koorts, spierpijn en ernstige lever- of nierproblemen.
Daarnaast kunnen ratten salmonellose veroorzaken, waarbij besmetting met ontlasting tot diarree, buikkrampen en koorts leidt. Ook het hantavirus kan via ingeademde stofdeeltjes van uitgedroogde urine of ontlasting op de mens worden overgedragen, wat griepachtige klachten geeft en in sommige gevallen ernstige long- of nierproblemen.
Verder bestaat het risico op rattenbeetkoorts, die optreedt na een beet of krab en gepaard kan gaan met koorts, huiduitslag en gewrichtspijn. Hoewel zeldzaam in Nederland, kunnen ratten ook tularemie overbrengen, een ziekte die leidt tot koorts, huidzweren en ontstoken lymfeklieren.
Naast deze infectieziekten veroorzaken ratten ook parasitaire problemen, zoals besmettingen met lintwormen of toxoplasmose, doordat zij vlooien, mijten en wormen meedragen.
Behalve gezondheidsrisico’s brengen ratten ook praktische ongemakken met zich mee. Hun urine en uitwerpselen zorgen voor vervuiling, stank en aantasting van materialen, terwijl hun knaaggedrag schade kan veroorzaken aan hout, leidingen en elektrische kabels, met een verhoogd risico op kortsluiting of brand tot gevolg. Bovendien kunnen ratten voedselvoorraden besmetten en bederven.
Tot slot ervaren veel mensen psychologische hinder: de aanwezigheid van ratten roept vaak gevoelens van angst, stress en walging op.
Ratten zijn slim, schuw en laten zich zelden zomaar zien. Alleen als je weet waar je moet zoeken, zie je ze. Zodra je denkt dat ze weg zijn, trekken ze zich terug en lijkt het alsof het probleem verdwenen is, terwijl ze er in werkelijkheid nog zijn.
Ratten zijn slim, leren snel en hebben een goed geheugen voor gevaarlijke situaties. Daarom is een doordachte en professionele aanpak cruciaal voor effectieve bestrijding en blijvende preventie.